Textiel

Mensen gebruiken textiel al heel lang om producten als kleding, gordijnen en bankbekleding te maken. Vroeger werd textiel alleen van natuurlijk producten zoals wol, katoen en zijde gemaakt. Tegenwoordig zijn er ook veel synthetische vezels gemaakt, met een grote toepassing in de technische industrie, bedrijven die succesvol textiel creëren zijn bijvoorbeeld textieldrukkerij Amsterdam.

 

Textiel in de geschiedenis

Mensen maken al erg lang gebruik van technieken om textiel te produceren. Van oud af aan wordt textiel verkocht op de markt, wat zelfs nu nog gebeurt. Verschillende steden in Nederland kennen een speciale lappendag, waar allerlei spullen te koop zijn.

 

Hoe wordt het gemaakt?

Het woord textiel is afgeleid van het Latijnse ‘texere’, wat weven betekent. Textiel bestaat uit korte of lange draden (vezels), die van verschillende grondstoffen kunnen zijn gemaakt. Deze draden worden uit de grondstoffen verwerkt tot garen door middel van spinnen.

Deze garen worden door andere technieken gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn weven, breien, vlechten en knopen. Echter is garen niet altijd nodig om textiel maken. Losse vezels kunnen ook omgewerkt kunnen worden tot textiel. Dit textiel wordt ‘non woven’ genoemd.

 

Waar wordt het voor gebruikt?

Textiel wordt gebruikt voor het maken van kleding, maar ook voor veel andere industrieën. Een aantal voorbeeld zijn:

  • Woning: gordijnen, tapijt

  • Technisch: tenten, paraplu’s, gordels, touwen

  • Geo: textiel onder wegen, textiel voor dijken

  • Huishouding: handdoeken, tafelkleden, lakens

  • Beschermende kleding: kogelwerende vesten, bedrijfskleding

  • Industrie: slangen, rubberboten

Comments are closed.